Skip to main content

Deelmobiliteit uitrollen vergt een andere mindset

In een stedelijk gebied zijn de ruimtelijke opgaven groot en is de beschikbare ruimte schaars. Terwijl de noodzaak om extra woningen te bouwen hier groeit en daardoor de mobiliteitsbehoefte toeneemt. Dit gaat binnenstedelijk alleen maar passen als het autobezit substantieel omlaag gaat. Voor verplaatsingen waar de auto het meest geschikte vervoersmiddel is, is deelmobiliteit mogelijk een goed alternatief voor de eigen auto. Recent onderzoek van de Technische Universiteit Eindhoven laat zien dat deelmobiliteit alleen maar succesvol kan zijn in het terugdringen van het autobezit als het aanbod hoogwaardig én betaalbaar is. Maar hoe valt dat te organiseren?

We staan aan de vooravond van een belangrijke, binnenstedelijke mobiliteitstransitie. De ambities met betrekking tot klimaatadaptatie, woon- en leefkwaliteit en ruimtegebruik duwen de auto steeds meer de binnenstad uit. Daarom moeten we aan de slag met nieuw beleid. Deelmobiliteit kan een goed alternatief zijn voor de (incidentele) behoefte aan verplaatsingen per auto. Immers, een deelauto voorziet in de mobiliteitsbehoefte van meerdere huishoudens. Om deelmobiliteit succesvol aan te bieden moeten gemeenten, ontwikkelaars en mobiliteitsaanbieders een aantal zaken goed regelen. De praktijk van vandaag laat namelijk zien dat alleen het aanbieden van deelvoertuigen nog geen garantie is voor het gebruik ervan, laat staan voor het wegdoen van de eigen auto.

Overheden bepalen de spelregels

Een deelvoertuig is niets waard zonder een geschikte stallingsplek. In de meeste gevallen is dat een openbare parkeerplaats (auto) of het trottoir (scooter, fiets of step). Daarmee heeft de (lokale) overheid een belangrijke sleutel in handen en kan zij, als ze dat wil, regie nemen op deelmobiliteit en de spelregels bepalen. Bijvoorbeeld door te sturen op één MaaS-omgeving voor de ontsluiting van al het aanbod aan deelmobiliteit binnen de gemeentegrenzen. Daarmee kan een gemeente, naast de landelijk opererende partijen, makkelijker ruimte creëren voor lokale aanbieders. Ook kan er naar samenwerkingen worden gezocht met grotere werkgevers om dubbelgebruik te realiseren met pool- of dienstauto’s. Gemeenten en markt hebben elkaar hierin nodig.

Een helder plan van aanpak is onontbeerlijk om deelvervoer slim te implementeren. Daarbij is het van belang dat Rijksoverheid, provincies én gemeenten samen een consistente boodschap uitdragen. Zo wordt niet alleen voorkomen dat de markt verschillende gemeenten tegen elkaar uitspeelt, maar ook dat iedere gemeente weer andere randvoorwaarden stelt aan de markt.

Onderdeel van woonformules

Door in verkoopbrochures van woningen de nadruk te leggen op de beschikbaarheid van hoogwaardig én betaalbaar deelvervoer, zijn ontwikkelaars en beleggers in staat om vooral mensen aan te trekken die openstaan voor deelmobiliteit, en geen eigen auto meebrengen. En dat is voor hun business case belangrijk, omdat ze alleen dan minder parkeerplaatsen hoeven aan te leggen.

Zodra de eerste nieuwe bewoner verhuist, moeten de eerste deelvoertuigen al klaarstaan. Dat is key, want een verhuizing is hét life event waarin mensen hun mobiliteitsgedrag heroverwegen. Als het aanbod niet op voorhand aanwezig is, zoeken bewoners alternatieven en heeft het concept beduidend minder kans van slagen.

Deel de investeringskosten

De basisgedachte is dat (project)ontwikkelaars de basisbehoefte aan deelmobiliteit op eigen terrein regelen. Aanvullend regelt de gemeente dat aanbieders in de openbare ruimte een diverser aanbod beschikbaar stellen. Doordat alle producten via dezelfde MaaS-app beschikbaar zijn wordt op deze manier de hoogwaardigheid én betaalbaarheid van het aanbod mogelijk. En daar profiteren dan niet alleen de nieuwe inwoners van, maar ook de omwonenden.

Gemeenten en aanbieders moeten samen nadenken over de geldstromen. Degenen die direct belang hebben bij een hoogwaardig deelmobiliteitsaanbod kunnen er prima aan meebetalen. Zoals projectontwikkelaars, die minder parkeerplaatsen hoeven te realiseren. Maar ook gemeenten, die anders de ambities van een leefbare en klimaatbestendige binnenstad niet kunnen waarmaken. Het is zelfs denkbaar dat bewoners van koopwoningen via de servicekosten maandelijks bijdragen aan de beschikbaarheid van deelvervoer. Zo worden de gebruikskosten voor iedereen lager, wat het gebruik van deelmobiliteit weer aantrekkelijker en laagdrempeliger maakt.

Nieuwe manier van denken

Deelmobiliteit succesvol inzetten om het autobezit te verminderen vergt een andere mindset. We zien nog te vaak dat deeloplossingen plichtmatig en niet-geïntegreerd worden neergezet. Daardoor is het aanbod niet hoogwaardig, het gebruik te laag en zoeken bewoners toch vaker een oplossing als de eigen auto. En zoals gezegd: dan kunnen de ambities in de ijskast.

Om het autobezit van inwoners echt aan te pakken is een hoogwaardig én betaalbaar aanbod van deelmobiliteit een noodzakelijke randvoorwaarde. Deze combinatie lukt alleen als alle partijen samenwerken. En zo’n samenwerking komt niet vanzelf, want aanbieders zijn ook elkaars concurrenten. Daarom moet iedere gemeente met ambities nu stappen zetten die verder gaan dan we gewend zijn. Pak de regie, realiseer parkeer- en stallingscapaciteit voor deelvoertuigen en dwing samenwerking af door bereid te zijn aanloopverliezen te compenseren. En dat laatste uiteraard zoveel mogelijk op kosten van anderen, zoals ontwikkelaars.

Bron: OV-magazine (verschijningsdatum vrijdag 17 december)
Tekst: Empaction en OV-magazine
Beeld: OV-magazine

Meer weten? Meer lezen?

Contact opnemen
Heb je ook behoefte aan inhoudelijke expertise bij een parkeer- en mobiliteitsvraagstuk? Neem dan gerust contact met ons op. Als onafhankelijk en no-nonsenseadviesbureau ontrafelen wij dergelijke kwesties als geen ander. Je kunt ons bereiken via 040-213 78 80, of stuur een e-mail naar info@empaction.nl.

Projecten bekijken
Wij publiceren regelmatig over de unieke, interessante en vernieuwende projecten die wij als Empaction draaien. Je kunt onze projecten hier inzien.